Wetenschap en Yoga: Onderzoek

In deze blog is er aandacht voor (1) het belang van meer hoogwaardig onderzoek naar de toepassing van yoga, (2) een methode om de specifieke werkzame componenten van yoga-interventies in kaart te brengen, en (3) het belang van onderzoeksgeletterdheid onder yogadocenten en -therapeuten over de bewezen effecten van yoga.

Toekomstig onderzoek

Uit onderzoek is gebleken dat de beoefening van yoga kan bijdragen aan betere mentale en fysieke gezondheid. De combinatie van oefeningen in yoga therapie (ethisch waarden en intenties, houdingen en bewegingen, ademhaling en meditatie) bieden samen een holistische therapeutische vorm gericht op het reguleren van cognitieve, affectieve en fysiologische processen ter bevordering van iemands algehele gezondheid.

Echter is het onderzoek naar de effectiviteit van yoga nog niet zo ver als het onderzoek naar andere gezondheidsinterventies. Er is meer onderzoek nodig om beter te begrijpen hoe en waarom yoga werkt, voor wie het werkt, onder welke omstandigheden het werkt, en welke componenten van yoga werkzaam zijn. Meta-analyses en reviews van recente yoga studies noemen een aantal belangrijke verbeterpunten voor meer hoogwaardig onderzoek:

  • Een breed geaccepteerd theoretisch raamwerk of paradigma over de werking van yoga en de onderliggende mechanismen.
  • Gerandomiseerd onderzoek waarbij de yoga interventie groep wordt vergeleken met een controle groep. Met name de vergelijking tussen de yoga-interventie en andere gezondheidsinterventies. 
  • Onderzoek naar de onderliggende mechanismen en de individuele componenten van yoga (bijv. ademhaling, houdingen, meditatie).
  • Het meten van fysieke en fysiologische uitkomstmaten naast zelf-gerapporteerde vragenlijsten.
  • Een betere beschrijven van de yoga-interventies, waaronder de componenten en de dosering (hoeveelheid yogabeoefening).

Tot nu toe blijkt uit de meta-analyses dat een yoga-interventie voor verschillende psychiatrische en medische aandoeningen vaak meer effectief is dan controle- of wachtlijst-controle condities, maar niet altijd meer effectief is dan andere standaard interventies zoals andere vormen van beweging. Hoewel de uitkomsten van een yoga-interventie wellicht overeenkomen met andere gezondheidsinterventies zijn er vaak wel minder negatieve bijwerkingen en heeft yoga een aantal bijkomstige positieve effecten, zoals een verbeterde balans, meer kracht, en meer mentale en fysieke flexibiliteit. 1 2 3 4

Effectieve componenten van Yoga

Onderzoek naar de effectiviteit van yoga voor mentale en/of fysieke klachten moet zorgvuldig worden gedocumenteerd, zo ook de specifieke yoga technieken en methoden die zijn toegepast. Het is vaak onduidelijk of bepaalde yoga stijlen, of specifieke yoga componenten (bijvoorbeeld ademhaling en houdingen) meer effectief zijn voor bepaalde klachten, of dat juist de combinatie van de componenten werkzaam is. Daarnaast maakt de diversiteit aan yoga stijlen het lastig om yoga studies met elkaar te vergelijken.

Er is echter een methode om te documenteren wat er precies onderwezen wordt in een yoga-interventie: de ‘Essential Properties of Yoga Questionnaire’ (EPYQ). Dit is een instrument waarmee onderzoekers objectief hun yoga-interventie kunnen omschrijven. De EPYQ identificeert 14 verschillende factoren die voorkomen in verschillende vormen van yoga, waardoor onderzoekers specifieke aspecten van yoga kunnen relateren aan bepaalde gezondheidseffecten en yoga-interventies kunnen aanpassen voor specifieke mentale en fysieke klachten.

Bron: Park, et al. (2018). The essential properties of yoga questionnaire (EPYQ).

Met behulp van een vragenlijst kunnen onderzoekers hun yoga-interventie coderen en zien welk van deze 14 factoren meer of minder voorkomen in de yoga-interventie: ademhaling, het fysieke aspect, actieve houdingen, restorative houdingen, bandhas (aanspanning van sluitspieren), lichamelijk bewustzijn, mentaal en emotioneel bewustzijn, benoemen van gezondheidsvoordelen, individuele aandacht, sociale aspecten, meditatie en mindfulness, acceptatie en compassie, spiritualiteit en yoga filosofie. 5

Wetenschappelijke kennis onder yogatherapeuten

Voor een verdere integratie van yoga therapie in de gezondheidszorg en een goede samenwerking met zorgverleners is het belangrijk dat er wederzijds begrip ontstaat en yoga een evidence-informed practice is. Dit betekent dat yogatherapeuten op de hoogte zijn van de meest recente kennis en dit toepassen in het werken met cliënten. 6

Voor deze integratie zijn drie aspecten van belang: 1. de expertise van de yogatherapeut, 2. kennis van het meest actuele wetenschappelijke bewijs, 3. kennis over de unieke omstandigheden van de cliënt. Onderzoeksgeletterdheid (research literacy) is hiervoor een eerste voorwaarde, wat betekent dat je toegang hebt tot wetenschappelijke literatuur, dit kunt interpreteren en kritisch kunt evalueren. Voor evidence-informed yoga therapie is het vervolgens essentieel dat yogatherapeuten deze wetenschappelijke bevindingen kunnen integreren in hun therapeutische yoga sessies. Daarnaast blijven de overwegingen over de zorgen en wensen van de cliënt, de traditionele yoga-oefeningen en de expertise van de yogatherapeut zelf ook van groot belang. 7

Door deze verschillende factoren in acht te nemen, zorg je als yogatherapeut voor kwalitatief hoogstaande therapeutische sessies en kun je goed onderbouwen waarom je bepaalde keuzes maakt in het yoga therapie traject van de cliënt. Door dit zorgvuldig te communiceren naar betrokken zorgverleners, verbetert het begrip over de werking van yoga binnen de reguliere gezondheidszorg en kan er betere afstemming en samenwerking plaatsvinden. 


Interesse in samenwerkingen voor yoga onderzoek? Neem contact op.

  1. Field, T. (2016). Yoga research review. Complementary Therapies in Clinical Practice, 24, 145-161.
  2. Hendriks, T., de Jong, J., & Cramer, H. (2017). The effects of yoga on positive mental health among healthy adults: a systematic review and meta-analysis. The Journal of Alternative and Complementary Medicine, 23(7), 505-517.
  3. Govindaraj, R., Karmani, S., Varambally, S., & Gangadhar, B. N. (2016). Yoga and physical exercise–a review and comparison. International Review of Psychiatry, 28(3), 242-253.
  4. Sivaramakrishnan, D., Fitzsimons, C., Kelly, P., Ludwig, K., Mutrie, N., Saunders, D. H., & Baker, G. (2019). The effects of yoga compared to active and inactive controls on physical function and health related quality of life in older adults-systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity, 16(1), 33.
  5. Park, C. L., Elwy, A. R., Maiya, M., Sarkin, A. J., Riley, K. E., Eisen, S. V., … & Braun, T. (2018). The essential properties of yoga questionnaire (EPYQ): Psychometric properties. International Journal of Yoga Therapy, 28(1), 23-38.
  6. De website van Yoga Alliance en IAYT bevatten een overzicht met recent en relevant onderzoek naar de toepassing van yoga voor verschillende populaties en gezondheidsklachten. 
  7. Moonaz, S., Jeter, P., & Schmalzl, L. (2017). The importance of research literacy for yoga therapists. International Journal of Yoga Therapy, 27(1), 131-133.